Vandaag is het zover, de vierde editie van de prijs ‘Beeldende kunst Georges’ met als thema ‘intimistisch interieur’ wordt afgerond. En de jury krijgt dan de opdracht om een beoordeling van de ingezonden werken te geven en zelfs winnaars aan te duiden. Op zichzelf in feite een ondankbare, zeg maar hatelijke job, zowel voor henzelf als voor alle deelnemers die vol overtuiging de uitdaging aangegaan zijn en met een klein hart en grote verwachting vorige donderdag hun werken binnen geleverd hebben.
Wie zijn die juryleden?
Deborah Nijs, afgestudeerd aan St Lucas, met opdracht in het volwassenen kunstonderwijs en zij heeft al drie keer deelgenomen aan deze wedstrijd en scoorde telkens zeer hoog bij de jury.
Marnix Beirlandt, winnaar van de prijs Georges Dheedene 2015.
Marcase, een ancien, die laureaat werd van la Jeune Peinture Belge en de prijs van Rome, iemand die als vaste waarde onze regio in het kunstenaarslandschap vertegenwoordigt.
Wim Lammertijn, conservator van het MUDEL museum te Deinze.
Michael Vande Meulebroucke, schepen van cultuur van de gemeente Zulte, die vandaag zijn vierde juryzitting meemaakt.
De stichting zelf neemt niet deel aan de jury maar voorziet ons wel van een secretaris: Rik De Cooman, een duivel doet al, die niet alleen het verslag maakt, de punten bijhoudt, zorgt voor de koffie en alles foto vastlegt.
Wat is “intimistisch interieur”?
Het thema voor deze editie was misschien wat hoog gegrepen of niet zo eenduidig als ‘Portret’ of ‘Landschap’. Men verwacht natuurlijk dat de inzender toch ook eens gaat opzoeken wat er onder intimistisch interieur kan verstaan worden. Wim Lammertijn heeft in de catalogus op een verhelderende wijze toegelicht wat er schuil gaat onder die benaming en dat zijn dan ook de criteria waarop de jury zich gebaseerd heeft bij het formuleren van haar oordeel. Ik vond in de dikke VanDaele de volgende omschrijving van ‘intimist’: schilder die zich toelegt op interieurschilderij met veel aandacht voor de sfeer in verband met de bewoning. Dus het gaat niet om een nature morte het gaat niet om een zuiver interieur, zeker niet om een portret. In het woord ‘intimistisch’ schuilt uiteraard het woord ‘intiem’, maar dit verwijst in deze context niet meteen naar erotisch of naakt. Integendeel het gaat erom prioritair een sfeer te creëren die rust en stilte oproept, mijmering veroorzaakt die vragen doet rijzen, vermoedens opwekt, alledaagsheid uitvergroot en uitnodigt om er deel van te worden.
Zoals u weet ontvingen we 98 werken van 59 kunstenaars. Zonder overdrijven kan men zeggen dat dit in feite allemaal winnaars zijn. Zij hangen hier, zij staan in de catalogus. Uiteraard, we moesten kiezen en vijf finalisten selecteren en twee winnaars uitkiezen.
De jury beseft dat bij een aantal inzenders de opdracht niet volkomen duidelijk overgekomen is. Toch waardeert zij de inspanningen van deze inzenders. En het moet voor hen ook een blijk van erkenning en waardering zijn dat zij met hun werk ook in een kwalitatief verzorgde catalogus opgenomen zijn en alle aandacht en ruimte krijgen in deze driedaagse tentoonstelling
Wie werd genomineerd?
Laten we nu overstappen naar de vijf finalisten, de vijf genomineerden in alfabetische volgorde.
Roseline Christiaens lukt erin om met haar opmerkelijke technische beheersing en het verstandig gebruik van een eeuwenoude techniek van de weerspiegeling, een opmerkelijk clair obscuur te realiseren. Mooi toch hoe zij een alledaagse situatie van de moeder die voorleest voor haar dochter, die ondertussen een appel knabbelt, sfeervol weer te geven. Een intimistisch interieur waarbinnen een menselijke handeling en aanwezigheid als in een snapshot vastgelegd wordt. Het effect van de weerkaatsing in de spiegel schept een boeiend perspectief dat onze aandacht afdwingt.
Anniek Debonne confronteert ons met een huiselijk tafereel, een authentiek interieur, waarin menselijke activiteit van het breien uitvergroot wordt, de menselijke aanwezigheid er precies schuilgaat. Dankzij het monochroom coloriet slaagt zij er in een zekere mysterieuze sfeer te scheppen, die de alledaagse verstilde activiteit van het breien opwaardeert. Daarom ook vinden wij dat “Breigordijn” een veel zinvoller label zou zijn dan ‘Beautiful’.
Evert Debusschere is er met ‘stilleven compositie’ in geslaagd, dank zij een speelse vormentaal, de jury te overtuigen. Dankzij die krachtige vormentaal waarin hij een opvallende aanwezigheid van stoel en tafel, van kleurrijke gordijnen en muurkast combineert met een verrassend beeld van een monochroom geconcentreerde lezer lukt hij erin een eigentijdse interpretatie te geven aan wat Matisse hem al voordeed.
Thomas Dielman scoorde bij de jury in eerste instantie met zijn frisse, krachtige verftoets, gekoppeld aan een heel gedurfde en speelse positionering van objecten op de tafel. Ogenschijnlijk een alledaags gegeven maar door de kracht van zijn breed en evenwichtig coloriet, lukt hij erin een ruimte te scheppen die de tafel ver overstijgt en ons een ruimte schept die de kijker toelaat zich het gebruik voor te stellen.
Evy Toye forceerde de jury met haar treincoupé om het begrip ’interieur’ in zijn diversiteit te verkennen. Schilderkundig sterk en professioneel doordacht lukt zij erin het spel van licht en schaduw te vatten in één bepaald moment. Het voorbijsnellend landschap buiten en het lege bankstel binnen vormen de ideale omgeving om als toeschouwer en als treinreiziger in te stappen op de trein der traagheid. Het spel van licht en donker, wisselende intensiteit van zon en schaduw wordt hier samengebald in één enkel moment.
Wie heeft welke prijs gewonnen?
Dat kan je hier lezen!